Geplaatst op woensdag 28 januari 2004 @ 09:08 , 622 keer bekeken
Links het bouwterrein aan de Langestraat, rechts de Veerstraat en daar tussenin de vervallen fabrikeurswoning op Groest nummer 116. Het restauratieplan is vier jaar geleden al gemaakt.
HILVERSUM - Bijna vergane glorie. Dat beschrijft de huidige staat van het ooit zo deftig ogende pand op de hoek van de Groest en de Veerstraat. De tand des tijds heeft toegeslagen in het twee eeuwen oude fabrikeurshuis. Maar er is niets dat een grondige restauratie niet kan redden. Er zijn kandidaat-kopers in de markt.
,,Te koop bij openbare inschrijving. Vrijstaande monumentale fabrikeurswoning, met ondergrond en verder bijbehoren aan de Groest 116/Veerstraat 3 in Hilversum", omschrijft de advertentie die in diverse kranten is verschenen. Het gaat om het pand met de witte randen en de dakkapellen, waar in vervlogen tijden de directeur van de stoomtapijtfabriek Van Rhijn met zijn gezin huisde; met de fabriek zelf op een steenworp afstand verderop in de Veerstraat. Die ging met zijn 25 meter hoge schoorsteen in 1964 tegen de vlakte.
Fabrikeurs waren rijk geworden weversbazen, die Hilversum in de achttiende eeuw op de kaart zetten. De laken-, katoen- en tapijtindustrie groeide als kool. Vooral dankzij hen had het industriedorp, tegen het aanbreken van de Franse tijd (1795), Naarden ingehaald als economisch hart van de regio. De namen van veel tapijtfabrikanten zijn legendarisch geworden, zoals Perk Vlaanderen, Fokker, Van der Heijden, Tymen de Wit en Gerrit Veen. Hoe lang deze fabrikeurswoning precies heeft leeggestaan konden ook de twee keurige heren van makelaardij Gooiland niet zo één twee drie vertellen. Ze stonden vrijdag de belangstellenden te woord, die op de eerste kijkdag af waren gekomen. Meer dan tien jaar leegstand is het in elk geval geweest. En hoewel de gemeente af en toe wat noodverbandjes heeft aangebracht is het verval voor elke passant zichtbaar. Elke Hilversummer kent wel de zwaar verweerde tekst, die pal op de hoek nog net te lezen valt op de bakstenen buitenmuur: ,,Tel. 8333. Inkoop Meubelen, Karpetten, Kristal en Porcelein".
Vertrouwd
Onder de eerste kijkers - woensdag (10.00-12.00 uur) en vrijdag (14.00-16.00 uur) zijn de laatste twee kijkdagen - bevond zich iemand die het pand bijzonder vertrouwd is: Marie Louise van Rhijn, achterkleindochter van de oude fabrikeur, en haar dochter Ellen. Ze kwam er in haar jeugd vaak over de vloer. Voor de jongste spruiten van de familie, die zich tot de elite van het industriedorp mocht rekenen, was er in het huis aan de achterzijde een apart deel gereserveerd, waar de kinderen en kleinkinderen zelfs hun eigen salon-en-suite hadden. Dat bracht vaak uitkomst op de zondagen, wanneer de zoons en dochters bij hun ouders gezellig een kopje thee kwamen drinken.
Dit laatstgenoemde deel is op dit moment een ravage, laat een medewerker van de makelaardij zien. Hier hebben niet alleen de jaren toegeslagen, maar ook en vooral de krakers die er tot voor twee weken bivakkeerden. Omdat de verkoop bij openbare inschrijving van start zou gaan, heeft de gemeente de ongenode gasten verzocht hun heil elders te zoeken. Alles zit binnen onder de graffiti, en verder is het kaalslag wat de klok slaat.
De binnenzijde van Groest 116 is, voor degene die bereid is verder te kijken dan de rotte plekken in het hout en beschadigingen aan muren en vloeren, om een beetje stil van te worden. Achter de voorname hal strekt zich de drieënhalve meter hoge gang uit. De granieten vloer is verluchtigd met een gracieus lijnenspel uit de tijd dat de Jugendstil om zich heen greep. Een plaatje. Dezelfde sierlijke stijl is verwerkt in het glas van de deuren van de vestibule. Het plafond is enige tijd terug door buurvrouw Hanneke Huisman (interieurs) afgedekt met doeken. Ze heeft de gang als opslagruimte gebruikt.
Behang
Bijna alles getuigt in dit gemeentelijk monument van 'toen': de hoge vensters met glas-in-lood, de trappen, de reliëfplafonds in de kamers, de keuken met het Pieter de Hooghvloertje, maar ook de oude badkuip boven, en het behang uit overgrootvaders tijd dat niet geplakt maar gespannen werd. Met een beetje fantasie kan de bezoeker zich de huishouding van de familie Van Rhijn voorstellen, met de witgeschorte dienstboden en keukenhulpen die druk in de weer waren.
Het gedeelte dat als Veerstraat 3 te boek staat is een stuk kleiner en oogt minder spectaculair. Het is deels als café gebruikt; in de ramen getuigt de naam Coco Beach Club daar nog van.
De afgelopen maanden is Gooiland Makelaardij al diverse keren benaderd door belangstellenden. Voor de gemeente Hilversum telt, dat de koper ervoor gaat zorgen dat het pand weer een sieraad voor de binnenstad wordt. Die verplicht zich namelijk om het restauratieplan uit te voeren, dat architect P.D. van Vliet enkele jaren geleden al heeft gemaakt. Een van de mogelijkheden is om op de benedenverdieping een horecabedrijf te vestigen.
maandag 26 januari 2004